Over de kracht van verhalen en dekolonisatie

Artikel13 januari 2021

In een gesprek met BeGlobal licht Ronny Mosuse toe hoe verhalen kunnen bijdragen tot kwaliteitsvolle educatie over het koloniale verleden. Naast zijn bezigheden als creatieve duizendpoot, geeft Ronny ook lezingen in scholen over zijn Congolese roots. Hij noemt zichzelf graag een verhalenverteller. “Ik geloof in het verhaal. Als je mensen iets wil aanleren, werkt een verhaal altijd het beste.”

Waarom verhalen zo krachtig zijn

“Mensen horen graag verhalen. Ze prikkelen je verbeelding en maken het mogelijk om je in een andere situatie in te leven. Daarom blijven ze hangen”, meent Ronny. “Bovendien vraagt het om inlevingsvermogen in de verschillende perspectieven van de personages.” Daarom is het volgens hem zo krachtig om ons koloniale verleden via verhalen te benaderen. Je werkt zowel aan de empathie als aan de multiperspectiviteit van leerlingen.

“Leerlingen leren via verhalen andere werelden, culturen en denkbeelden kennen en verruimen zo hun referentiekader.” Dit kan hun bewustzijn verhogen over mechanismes van ongelijkheid en macht in hun dagelijkse interacties.

Precies dát moet kwaliteitsvolle educatie over het kolonisatieverleden ambiëren: “Lessen over kolonisatie moeten er toe leiden dat jongeren al op vroege leeftijd een soort burgerzin ontwikkelen. Het moet inzicht geven in de maatschappelijke dynamieken die voortkomen uit onwetendheid. Want daar draait het bijna altijd om”, zegt Ronny.

Verhalen als katalysator voor dialoog

Via lezingen op scholen probeert Ronny een dialoog op gang te brengen over de link tussen het koloniale verleden en het racisme waarmee leerlingen vandaag soms te maken krijgen. Daarbij vertrekt hij steeds vanuit zijn eigen achtergrond. “Ik leg uit dat ik in België ben opgegroeid, maar dat mijn Congolese vader vanwege zijn studies hier is beland. En dat ik me altijd Belg voelde, totdat ik op mijn twaalfde het woord ‘vreemdeling’ op mijn paspoort kreeg”. Vragen als “Wie ben ik?” “Waar hoor ik thuis”, lijken veel jongeren te herkennen. “Zij zijn op zoek naar hun eigen identiteit en de rol die hun afkomst daarin speelt.”

Daarna vraag ik hen naar hún verhaal. “Wanneer leerlingen en – misschien nog belangrijker – leerkrachten, zich onderdompelen in hun eigen familiegeschiedenis, beseffen ze vaak dat honderd procent Vlaming, Belg of Europeaan zijn, niet bestaat. Migratie is iets van alle families, alle tijden en alle rangen of standen”, stelt Ronny.

Reken niet alleen op geschiedenisonderwijs

Storytelling werkt in geschiedenislessen maar kan evengoed geïntegreerd worden in andere vakken. “In een les wiskunde zou je het bijvoorbeeld over het Ishango-beentje kunnen hebben. Dat is een beentje dat werd opgegraven in Congo en dat laat zien dat ze daar duizenden jaren geleden al gebruik maakten van een heel ingenieus telsysteem”, legt Ronny uit.

Het is volgens hem belangrijk dat zulke verhalen in verschillende vakken worden aangebracht, “zo merken leerlingen dat kolonialisme doorleeft in alle domeinen van ons leven”. En kan dekoloniseren verder reiken dan enkel het geschiedenisonderwijs.