Wereldburgerschapseducatie (WBE) wil mondiaal bewustzijn en kritisch burgerschap stimuleren door in te zetten op competenties zoals kritisch denken, empathie, solidariteit, respect voor diversiteit, participatie en debatteren. Het evalueren hiervan vormt een uitdaging voor scholen en educatieve organisaties aangezien wereldburgerschapseducatie niet alleen kennis maar ook sociaal-emotionele en gedragsmatige competenties omvat die niet altijd in de klassieke evaluatiemethoden te vangen zijn.
WBE bestaat niet alleen uit vaardigheden en attitudes in vele vormen, maar komt ook op een gevarieerde manier aan bod in klas- en schoolcontext. Hierdoor is een divers pallet aan evaluatiemethoden nodig. Bovendien zal de individuele leerling deze competenties afwisselend en op een eigen tempo ontwikkelen. Het doel is om iedereen maximale kansen te bieden om zich te ontplooien. In deze context vervult evalueren verschillende functies: zicht geven op de vooruitgang van de leerling, het bereiken van bepaalde doelen, de vooruitgang communiceren, sterktes en groeimogelijkheden identificeren en deze informatie gebruiken om leerdoelen te stellen. Naast een zoektocht naar out-of-the box methodieken ondervinden scholen ook het belang van een sterke visieontwikkeling omtrent wereldburgerschap en hieraan gekoppeld een schoolbreed gedragen evaluatiebeleid.
De nieuwe eindtermen secundair onderwijs zijn een katalysator voor scholen en educatieve organisaties om met deze uitdagingen aan de slag te gaan. Wereldburgerschapscompetenties waren voorheen vooral te situeren binnen de vakoverschrijdende eindtermen met louter een inspanningsverplichting voor de school. Door de nieuwe indeling volgens sleutelcompetenties valt het onderscheid tussen vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen weg en zijn alle eindtermen te bereiken, met uitzondering van attitudinale eindtermen. De overheid schuift wel duidelijk Burgerschap, met een grote portie wereld, naar voren als een sleutelcompetentie. Deze is transversaal en niet vastgehaakt aan bepaalde vakken. Alle scholen zijn vrij om te beslissen binnen welke vakken en leergebieden ze welke eindtermen realiseren.
Bij hun zoektocht naar het realiseren van de eindtermen burgerschap, doen scholen graag beroep op externe expertise om WBE-thema’s bij leerlingen levendig te maken. Dit extern educatief aanbod is extra aantrekkelijk als er ondersteuning geboden wordt rond concrete competenties en eindtermen, en rond hoe deze geëvalueerd kunnen worden. Er is vraag naar evaluatie-methodieken en feedback-tools, waarbij WBE-aanbieders ook inspiratie kunnen putten uit instrumenten van hun eigen impactmeting. Hiervoor maken ze best de vertaalslag naar de noden van de school want evalueren moet echt op maat van de school, leerkracht en leerling zijn.
Omdat de impact van losse activiteiten eerder beperkt is, kunnen educatieve organisaties ook een belangrijke rol spelen in het begeleiden van scholen naar een meer verankerde aanpak. Scholen waarbij WBE op een geïntegreerde en projectmatige manier aan bod komt, vinden immers gemakkelijker hun weg in het evalueren ervan dan scholen die vasthouden aan een klassieke vakkenstructuur.
BeGlobal draagt graag haar steentje bij door het thema van evalueren in de context van wereldburgerschapseducatie te exploreren. Hierbij willen we graag iedereen inspireren die belang hecht aan (wereld)burgerschapseducatie en zoekende is naar een kwaliteitsvolle evaluatie ervan. We gingen in gesprek met onderwijskoepels, educatieve organisaties en scholen over hun zoektocht om de groeiwinst in het leerproces van hun leerlingen zichtbaar te maken. De verhalen van scholen inspireerden ons tot vier beeldverhalen die de praktijk illustreren. Je kan hier ook de gebundelde verhalen vinden.
Twee zaken staan alvast buiten kijf: een goed evaluatiebeleid draagt bij aan de onderwijskwaliteit en de praktijk van evalueren van wereldburgerschapscompetenties daagt ons denken over onderwijs in de 21ste eeuw uit.
Veel leesplezier!