Schoolbegeleiding is mensenwerk

Artikel13 september 2020

“Elke procesbegeleider heeft zijn eigen expertise, achtergrond en rugzak. Ook de groep waar je mee werkt heeft zijn eigenheid. Een school begeleiden naar actief burgerschap blijft dus een voortdurende zoektocht. Er bestaan geen gouden regels om een traject altijd tot een goed einde te brengen.” Aan het woord is An Verlinden. Als trajectcoördinator Actief Burgerschap bij het Stedelijk Onderwijs Antwerpen begeleidde ze tijdens schooljaar 2019-2020 het Stedelijk Lyceum Topsport op hun pad om een democratische school te worden.

Democratische school
Stedelijk Onderwijs Antwerpen werkt aan een vijfjarige cyclus rond actief burgerschap. Elk schooljaar staat een andere pijler van hun burgerschapstraject in de kijker. Afgelopen schooljaar lag de focus op democratische school: een leerplek om samen school te maken en alle betrokkenen een actieve rol te laten opnemen in het klasgebeuren en in de schoolontwikkeling. Zo wilde Stedelijk Lyceum Topsport inzetten op enerzijds het vergroten van de onderlinge verbondenheid en anderzijds het stimuleren van eigen initiatief en verantwoordelijkheid. “Bij elk thema vertrekken we vanuit de whole school approach. We beperken ons niet enkel tot leerdoelen op leerlingniveau, maar verbinden er ook doelen aan op school- en beleidsniveau. We bieden een intensieve ondersteuning aan voor scholen die vrijwillig intekenen op ons aanbod.”

Omdat Stedelijk Onderwijs Antwerpen vertrekt vanuit die hele school-benadering, vonden ze het belangrijk om zelf ook een holistische en multidisciplinaire aanpak te hanteren. Het Team Actief Burgerschap ging daarom een samenwerking aan met de andere ondersteunende diensten binnen Stedelijk Onderwijs. “Op die manier konden we een beroep doen op een meer gespreide expertise. Zo traden ook wij buiten ons hokje en werden we verrijkt met andere perspectieven.”

De kracht van intervisie
Zo’n holistische aanpak over de verschillende diensten heen was relatief onontgonnen terrein voor An en haar collega’s. Om deze veranderde manier van werken te monitoren, bouwden ze een aantal momenten in om gezamenlijk te reflecteren over hun werking en voortgang. “We legden doorheen het schooljaar enkele uitwisselings-, intervisie- en inspiratiemomenten vast. Daarbij lieten we ons ondersteunen door een externe procesbegeleider. Die momenten gaven ons de kans om te bespreken wat goed liep en wat beter kon. Het gaf ons de kans te leren van elkaar en elkaar te inspireren.”

Die intervisiemomenten kwamen goed van pas toen An halverwege de begeleiding voor een uitdaging stond. “Ik werd me er plots van bewust dat ik de school zes maanden later zou moeten loslaten. Het was dus van belang om tijdens de laatste maanden van de begeleiding in te zetten op het krachtig genoeg maken van de school, zodat ze zonder ondersteuning verder konden.” Toen An deze bekommernis deelde tijdens een intervisiemoment, bleek dit heel herkenbaar voor haar collega’s.

Door de input van andere begeleiders kwam An op het idee om leerlijnen uit te schrijven die ook na afloop van de intensieve begeleiding voor de school een ankerpunt zouden zijn. “Dat is de kracht van interne overlegmomenten: je kunt obstakels binnen de begeleiding op tafel leggen en aftoetsen bij collega’s. Iemand met een ander perspectief kan heel waardevolle suggesties doen of je de dingen op een andere manier laten zien. Je kunt versterkt worden door anderen en je kunt zelf ook anderen inspireren. Dat het in twee richtingen werkt, is heel fijn.”

An Verlinden

Gaat dit lukken?
An voelde sterk aan dat het uitschrijven van leerlijnen de juiste volgende stap was in de begeleiding. Maar meteen daarna volgde de twijfel. Gaat dit lukken op school? An ging met een klein hartje naar het kernteam van het Stedelijk Lyceum Topsport in de hoop hen te kunnen overtuigen van het belang van leerlijnen. “De school is een heel actiegerichte school. Dat levert veel concrete en goede projecten op. Maar het opstellen van leerlijnen is eerder iets conceptueels. En vermits ze vooral doeners zijn, was ik er wat bang voor.”

Maar ook daar schoot het multidisciplinair overleg ter hulp. Want door van gedachten te wisselen met collega’s kon An de argumenten duidelijk verwoorden. “Op die manier kon ik vol vertrouwen een nieuwe stap zetten in de procesmatige begeleiding. Dat vertrouwen kreeg ik door op voorhand af te toetsen met collega’s over de beste manier van aanpakken. Daardoor kon ik het belang van leerlijnen duidelijk onderstrepen naar het kernteam.” Na Ans voorzet ging het kernteam aan de slag om de leerlijnen rond actief burgerschap op te maken. En wat bleek? “Ze hebben me bij wijze van spreken zelfs niet nodig gehad. Na een goede voorzet namen zij meteen het heft in eigen handen. Dat vond ik heel krachtig om te zien.” De school stippelde vervolgens een traject uit om de inspraak en participatie van alle leerkrachten verder te versterken. En zo werd er samen ingezet op een duurzame democratische school.

Kritische succesfactoren
Wanneer we An vragen hoe je als begeleider een succesvol ondersteuningstraject kunt begeleiden, geeft ze enkele concrete actiepunten mee. “Het is belangrijk om voldoende achterom te kijken om te zien of iedereen van het schoolteam mee is. Het is een voortdurende evenwichtsoefening om je tempo aan te passen aan de groep.”

“Daarnaast is het belangrijk om altijd oog te blijven hebben voor wat wél kan. In een verandertraject zijn er 1001 redenen om niet te veranderen. Maar als begeleider moet je telkens op zoek gaan naar mogelijkheden, hoe klein ook, om toch al wat stapjes in de goede richting te zetten. En tot slot heb ik ook geleerd dat het belangrijk is om bewust stil te staan bij de kleine successen die reeds behaald zijn. Dat werkt heel motiverend. Zo heb ik bijvoorbeeld benoemd hoe aangenaam verrast ik was door het bijna volledig zelfstandig uitwerken van de leerlijnen. Ik heb het team daar enorm in zien groeien.”

“Ook voor mij blijft het een leerschool,” zegt An. “De grootste uitdaging blijft om een goede basis te leggen, zodat de school sterk genoeg is om zelf verder te gaan. En dat blijft spannend. Maar door veel ervaringen op te doen en door in dialoog te gaan met collega-begeleiders kun je een betere procesbegeleider worden.”

Tien vuistregels
An en haar collega’s stelden samen 10 vuistregels op voor het democratisch begeleiden van scholen.

  1. Vertrek van een open en respectvolle basishouding: iedereen is gelijkwaardig en heeft een deel van het succes in handen (de begeleider, de trekkersgroep, het team op school en de leerlingen).
  2. Waardeer wat er al is en heb oog voor de voorgeschiedenis van de school.
  3. Democratische begeleiden vraagt een actieve luisterhouding en een open dialoog.
  4. In een democratie heeft de meerderheid niet altijd gelijk: het gaat om argumenten. Heb als begeleider oog voor de minderheidstem: welk inzicht kan die bijdragen en wat heeft die nodig om mee aan boord te stappen?
  5. Democratie is niet iedereen zijn zin geven, maar samen naar aanvaardbare oplossingen zoeken.
  6. Participatie betekent niet dat alles in twijfel getrokken moet worden: wel dat je als schoolleiding steeds bereid bent toe te lichten waarom je een beslissing genomen hebt.
  7. Een democratisch begeleider inspireert de school om het eigenaarschap en de verantwoordelijkheid zo ‘laag’ mogelijk te leggen: laat een directielid niet doen wat een leerkracht kan doen, en een leerkracht niet doen wat een leerling kan doen.
  8. Maximale participatie vraagt ook veel planning: wie gaat iets voorbereiden, wanneer leggen we iets voor, wanneer betrekken we de leerlingen en ouders,…
  9. Vergeet als begeleider niet dat de school het uiteindelijk zonder jou verder zal moeten doen: ga niet zelf aan de kar trekken, maar stel de juiste vragen en coach de school richting zelfsturing.
  10. Vertrouw op de mensen op school en op je intuïtie: voel aan wanneer iemand meer sturing of houvast nodig heeft, en wanneer je kan loslaten.

Voor dit project werkte Stedelijk Onderwijs Antwerpen samen met Project Fuel en BeGlobal. BeGlobal trad op als externe procesbegeleider om de uitwisseling, reflectie en visieontwikkeling te stimuleren. Via dit project wil BeGlobal goede praktijkvoorbeelden en inspiratie verder verspreiden. Lees er alles over in het magazine “De Democratische School” en geef ons een seintje indien je een geprint exemplaar wenst te ontvangen.